Trainen met of zonder apparaten?
Iedereen die zich aansluit bij een sportschool doet dit met één en hetzelfde doel namelijk: een betere versie van zichzelf worden, dan dat hij/zij op dit moment is. Om dit doel te behalen heb je in een fitnesscentrum verschillende mogelijkheden.
Maar vaak bezit je op dat moment nog niet altijd over voldoende kennis om dit doel te behalen. Je kan dan beroep doen op een personal trainer of je kan deelnemen aan groepslessen. Maar misschien voel jij jezelf hier niet comfortabel bij en wil je eerst een beetje op je eigen oefenen. In deze blog gaan wij iets meer inzoomen op krachttraining om je zo te helpen bij het behalen van je doel.
Als je de eerste keren een fitnesscentrum binnenstapt, dan word je overdonderd door het aantal verschillende trainingsmogelijkheden. Krachttraining kan je samenvatten onder drie grote groepen namelijk: het trainen met apparaten, het trainen met losse gewichten en het trainen met je eigen lichaamsgewicht. Maar waar zitten nu juist de grote verschillen in deze drie groepen.
Even ter verduidelijking: onder de term losse gewichten valt voor ons het trainen met dumbbells, barbells en kettlebells. Alle soorten toestellen zoals de plate loaded en weight stack vallen onder de categorie van apparaten in deze blog.
De belangrijkste voordelen van iedere categorie:
Trainen met apparaten:
- De apparaten in fitnesscentra zijn heel gebruiksvriendelijk. Hierdoor weet je snel hoe je de oefening precies moet uitvoeren. Dit maakt dat ze geschikt zijn voor de beginnende sporter. Bovendien zijn de meeste toestellen uitgerust met een oefening/instructie kaart die je de uit te voeren beweging uitlegt.
- Minder technisch, je kan weinig fout doen doordat de beweging die je uitvoert vastligt.
- Minder kans op blessures. Bovendien zijn apparaten ook ideaal om rond een blessure heen te trainen, daarom dat ze bij een revalidatie vaak gebruikt worden.
- Je hebt niet per se iemand nodig om je te helpen als je traint met zware gewichten, voor het geval er iets mis gaat.
Trainen met losse gewichten:
- Aanspreken van meerdere spiervezels, zelfs spiercellen in deze specifieke spiergroep. Je moet beroep doen op deze spiervezels om het gewicht te kunnen controleren. Je algemene stabiliteit en coördinatie zal ook toenemen.
- Doordat de stappen tussen de verschillende gewichten vaak klein zijn ga je snel progressie kunnen maken. Ook is het makkelijk om deze progressie bij te houden. Je kan kiezen om veel herhalingen met weinig gewicht te doen of je kunt kiezen voor weinig herhalingen met juist veel gewicht te doen.
- Het aantal oefeningen met losse gewichten is eindeloos.
De voornaamste nadelen van iedere categorie:
Trainen met apparaten:
- Je traint slechts één spiergroep tegelijk. De beweging op het apparaat is zodanig geïsoleerd dat de spieren die instaan voor balans en stabilisatie niet worden aangesproken zoals bij het trainen met losse gewichten. Hierdoor zijn apparaten minder geschikt voor mensen die sportspecifiek willen trainen.
- Het apparaat is ontworpen om de spier te isoleren. Hierdoor zal je de spier ook sneller te veel trainen waardoor de spier overbelast geraakt.
- Omdat je progressie maakt op het toestel, wilt dit niet altijd zeggen dat je functionele kracht toeneemt.
Trainen met losse gewichten:
- De kans op blessures neemt toe. Doordat het trainen met losse gewichten veel technischer is, kan je al snel een oefening fout uitvoeren. Deze foute uitvoering werkt blessures in de hand.
Trainen met lichaamsgewicht:
- Het is moeilijker om progressie te blijven maken. Ook ga je niet gek veel spiermassa bijkrijgen doordat je steeds met hetzelfde gewicht blijft trainen.
Deze drie manieren van trainen hebben ieder hun voor- en nadelen. Geen van deze drie methodes staat boven de andere. Een combinatie van twee van deze methodes zorgt voor de beste resultaten. Bij sommige trainingen kan zelfs een combinatie van de drie aan te raden, zoals bij het trainen van de rugspieren. Maar dit moet iedere persoon voor zichzelf bepalen en uitzoeken wat hij/zij de fijnste manier van trainen vindt.